Meteen naar de inhoud

De samenhang in het heden en met je verleden

 

In alles wat zich aan je voordoet hangt is een zekere samenhang te ontdekken. Geen enkele waarneming, gedachte, gevoel of gedraging staat helemaal op zichzelf. Denk bijvoorbeeld aan een opgekomen gevoel. Dat gevoel is niet zomaar uit zichzelf bij je omhoog gekomen, maar in samenhang samen met andere indrukken, gedachten en gevoelens of gedragingen. Deze samenhang in wat zich in het nu aan je voordoet, kan je noemen ‘de samenhang in het heden’. Daarnaast is er ook steeds sprake van een samenhang met het verleden. Tenslotte vormen eerdere ervaringen altijd de basis waarop je huidige ervaringen rusten. Het verleden speelt dan ook steeds een rol in wat zich afspeelt in het heden. Een gevoel dat opkomt bij een bepaalde waarneming zal gekleurd zijn door je verleden. Dit verband wordt hier ‘de samenhang met het verleden’ genoemd. 

Er zijn al met al steeds twee samenhangen die om te onderscheiden. Ten eerste is er de samenhang in het heden tussen alles wat zich nu aan je voordoet. Ten tweede is er altijd een samenhang tussen wat je nu beleeft en je verleden. Het kan soms moeilijk zijn om die samenhangen te doorzien èn ze van elkaar te onderscheiden. Je gevoel van vrijheid en flexibiliteit nemen direct toe zodra dit alsnog lukt.

Om de samenhang in het heden te kennen, dien je het moment waarom het gaat te benaderen als iets wat op zichzelf staat. Je houdt buiten beschouwing wat er wat er aan dat moment vooraf is gegaan. Je betrekt slechts wat zich direct aan je voordoet. Uitgangspunt is daarbij dat er steeds een samenhang is tussen wat op je inwerkt (wat je waarneemt), wat in je omgaat (gedachten en gevoelens) en wat nu van je uitgaat (wat je doet). Geen enkele waarneming, gedachte, gevoel of gedraging staat helemaal op zichzelf. Denk bijvoorbeeld aan een opgekomen gevoel. Dat gevoel is niet zomaar uit zichzelf bij je omhoog gekomen, maar in samenhang samen met andere indrukken, gedachten en gevoelens of gedragingen. Een gevoel van blijheid kan zijn opgekomen toen je werd herinnerd aan je kinderen. Of je herinnerde je dat je nog een afspraak bij de kapper zou maken, op het moment dat je langs een kapperszaak fietste.

Je hebt de samenhang in het nu verhelderd zodra je inziet hoe deze dingen met elkaar in verband staan. Het besef daarvan is waar het op aan komt. Bijvoorbeeld, je neemt het één waar, denkt aan het ander en je realiseert je hoe deze waarneming en die gedachte samenhangen. 

Er is van moment tot moment sprake van een ‘samenhang in het heden’. De ‘samenhang in het heden’ wordt dan ook het volgende moment alweer iets van het verleden. Het is van belang om je te kunnen herinneren hoe in het verleden ‘de samenhang in het heden’ voor je eruit zag. Verwerking van het verleden is tenslotte alleen mogelijk wanneer je in staat bent je te realiseren hoe iets destijds voor je was. Bijvoorbeeld heeft iemand spijt van wat hij heeft gedaan en meent dat hij beter had moeten weten. Dat zegt hij echter met de wijsheid van nu. Zodra hij zich realiseert wat hij toen wist en hoe indertijd de samenhangen eruit zagen, ziet hij misschien in dat hem minder te verwijten valt dan hij dacht. 

Doorgaans spreekt de samenhang in het heden voor zich. Iemand zegt iets aardigs tegen je, je hebt een prettig gevoel en begrijpt direct de samenhang. Toch is inzicht in de samenhang in het nu niet vanzelfsprekend. Niet altijd snap je direct wat je ziet, of waarom je ergens aan moest denken, of waarom je ergens een bepaald gevoel bij hebt. Het voelt als onvolledig en beknellend om die samenhang niet te kennen. Het voelt daarentegen als bevrijdend om het verband alsnog in te zien. Zodra je snapt hoe je op een gedachte kwam, of waarom een bepaald gevoel je plotseling bekroop, treedt er ontspanning op.

Samenhangen voelen niet als iets bedachts, maar meer als iets wat je waarneemt. Bijvoorbeeld merk je dat je schrikt. Zodra je inziet dat deze schrik is opgeroepen door een mogelijk gevaarlijk iets, bijvoorbeeld door een brandlucht, ervaar je het verband als inzichtelijk. Zo’n verband beleef je niet als iets wat je construeert, maar als hoe het is. Of dat ook werkelijk zo is, kan blijken wanneer inzicht in de samenhang niet alleen leidt tot meer voorspelbaarheid, maar ook tot meer invloed. Dat wil zeggen dat inzicht in samenhangen pas echt kan kloppen wanneer je daardoor beter in staat raakt om zo nodig in te grijpen en bij te sturen. Dit wordt nader besproken in het hoofdstuk over het juiste. 

 

Naast een samenhang in het heden, is er ook steeds een samenhang met het verleden. Met andere woorden, er is een verband in het moment en een verband in de tijd. Tenslotte vormen eerdere ervaringen altijd de basis waarop je huidige ervaringen rusten. Het verleden speelt dan ook steeds een rol in wat zich afspeelt in het heden.

Ook het inzicht in deze samenhang, tussen heden en verleden, is van essentieel belang voor een gevoel van vrij functioneren. Als je niet meer weet wat in het verleden de aanleiding was nu om te doen wat je doet, voelt dat als problematisch. Je probeert je te herinneren waarom dat ook alweer zo was. Zodra dat duidelijk is, voelt het weer zoals het hoort te zijn. Of je ziet iemand die je doet denken aan iemand anders, maar je weet niet direct aan wie. Zodra je daarachter bent en je alle samenhangen overziet, klopt alles weer. Een laatste voorbeeld: Je ervaart een sterk gevoel ergens bij en realiseert je dat je reactie sterker is dan passend. Toch heb je in eerste instantie geen idee waarom je nu zo’n hevige reactie hebt. Je doorziet de samenhang met het verleden niet. Zodra dit echter lukt en je je realiseert hoe dit gevoel samenhangt met een bepaalde eerdere ervaring, zal er ontspanning optreden. 

Er is kortom altijd sprake van een samenhang in het heden en van een samenhang met het verleden. Het is een aspect van persoonlijke ontwikkeling om beide te kunnen onderscheiden en te kennen. Juist ook wanneer de samenhangen in eerste instantie niet helder waren. 

Evenmin als beide samenhangen op zichzelf direct inzichtelijk hoeven zijn, zo geldt dat ook voor het onderscheid tussen beide. Met andere woorden, om te weten wat van nu is en wat niet van nu is. Je kan bijvoorbeeld gemakkelijk over het hoofd zien dat bepaalde ervaringen in het nu alleen goed te begrijpen zijn als je het verleden erbij betrekt. Iemand heeft ineens trek gekregen in een snack en bedenkt daar een verklaring voor. Zodra hij zich realiseert dat hij zojuist langs een reclame-bord met een lekkere hamburger met frites heeft gekeken, snapt hij dat de samenhang anders is dan hij in eerste instantie dacht. Hij heeft niet zozeer zin in een hamburger, omdat hij honger heeft. Zijn trek van nu blijkt vooral ook een gevolg van het reclame-bord van zojuist. Hij heeft honger doordat hij eerder werd blootgesteld aan een plaatje van een hamburger. Dat leidt tot een andere beleving van het nu, ook al zakt de trek niet direct weer weg nu die eenmaal is opgewekt. 

Nog een voorbeeld in dit verband: Iemand ziet zijn partner iets doen wat hem in hoge mate irriteert. Hij ziet over het hoofd dat zijn irritatie vooral verband houdt met zijn verleden, bijvoorbeeld met een gesprek met een familielid eerder op de dag dat hem nog steeds behoorlijk dwars zit. Hij meent dat zijn hevige irritatie een passende reactie is op het gedrag van zijn partner. Het verband in het heden biedt voldoende duidelijkheid, een verband met het verleden hoeft niet te worden betrokken, denkt hij. Hij meent dat het 

Gedrag van zijn partner ook daadwerkelijk heel irritant is. Zodra hij zou inzien dat zijn irritatie meer te maken heeft met het eerdere gesprek met zijn broer, dan met het actuele gedrag van zijn echtgenote, zou hij tot een andere beleving van de situatie komen. 

Niet alleen kan je over het hoofd zien dat het verleden een grotere rol speelt dan je in eerste instantie beseft. Zo ook kan je aandacht van het heden afgeleid worden wanneer je overmatig gericht raakt op samenhangen met het verleden. Een vrouw hoort bijvoorbeeld haar vriend de trap oplopen naar haar kamer en herbeleeft vervolgens oude beangstigende herinneringen. Ze staat nauwelijks nog erbij stil dat degene die ze nu de trap hoort oplopen haar geliefde partner is. Het besef van wat zich in het heden voordoet, kan dan opluchtend werken. Dit is het geval wanneer de vrouw in het voorbeeld zich realiseert dat ze weliswaar angst voor dreiging ervaart bij het geluid dat haar vriend maakt, maar dat er in het heden geen sprake meer is van reële dreiging, 

Hoe dan ook komt het steeds erop aan de samenhang in het heden te kunnen onderscheiden van de samenhang met het verleden.

 

Samenhangen onderscheiden

Inzicht in de samenhang in wat zich in het nu aan je voordoet, ontstaat doorgaans vanzelf, maar niet altijd. Zo kan je bij jezelf een gevoel ervaren zonder dat je direct inziet wie of wat dat gevoel bij je heeft opgeroepen. Of een gedachte komt op, maar je weet eigenlijk niet wat de aanleiding was om daar aan te denken. Op het moment dat je iets beleeft wat je niet kan plaatsen, ontstaat vanzelf ook de drang om de samenhang met het grotere geheel ervan te doorgronden. Dat vraagt in feite om een onderzoek. Daartoe kan je je afvragen hoe je op een bepaalde gedachte bent gekomen. Associeerde je bijvoorbeeld naar deze gedachte vanuit een andere gedachte? Of had je iets gezien wat je op deze gedachte bracht?

Een voorbeeld. Je merkt in gesprek met een ander plotseling dat je iets van emotionele pijn, van verdriet voelt. Dan kan je je afvragen waar dat gevoel zo ineens vandaan is gekomen. Was het iets wat de ander zei, of de manier waarop hij het zei, of hoe hij naar je keek, of alles bij elkaar? Zodra je inzicht krijgt in de onderlinge samenhangen, zoals van oorzaak en gevolg, ontstaat er rust en overzicht. 

Ook de samenhang tussen een beladen beleving in het heden en ervaringen uit het verleden wijst zich niet zelden spontaan en vanzelf. Soms echter is de samenhang minder duidelijk en is ook hiervoor een onderzoek nodig. Hoe gaat dat in zijn werk?

Om te beginnen dien je datgene wat oud en beladen is, zo scherp mogelijk in beeld te krijgen. Bijvoorbeeld kan een relatief onschuldige gedraging van je partner ineens grote boosheid wakker roepen. Het zal misschien weliswaar duidelijk zijn dat deze grote boosheid met het verleden te maken heeft. Wat precies uit je verleden doorwerkt in je boosheid van nu, zal echter niet altijd gelijk duidelijk zijn. Om dat te verhelderen dien je deze overmatige boosheid in de volle omvang te voelen. Hoe duidelijker je de oude lading voelt, des te duidelijker ook zal het verband met vroeger zich aan je tonen. Oude lading voel je pas ten volle door te verhelderen waardoor deze is opgeroepen in het nu. Met andere woorden, juist door de samenhangen in het nu te verhelderen, zal de samenhang met het verleden zich wijzen. Je dient in dit voorbeeld dan ook te bepalen welk gedrag van je partner precies die overmatige boosheid wakker riep. Hoe beter je doorziet wat je zo boos maakte, des te voelbaarder wordt deze boosheid en daardoor zal des te duidelijker de samenhang met het verleden worden. Daarbij is het uiteraard wel van belang om steeds voor ogen te houden dat je op zoek bent naar het verband met het verleden. Anders zou je toch weer kunnen gaan geloven dat het gedrag van je partner in het nu werkelijk heel boosmakend is!

Een werkelijk verband tussen het heden en het verleden is direct inzichtelijk en met gevoel ervaarbaar. Iemand gaf bijvoorbeeld aan dat hij zichzelf een echte nietsnut vindt. Hij concentreerde zich op deze beladen gedachte realiseerde zich plotseling hoe hij dit idee en gevoel als klein jongetje ook kon krijgen in het contact met zijn vader. Zo’n inzicht ervaar je niet als een bedenksel, maar als een waarneming. Het verband voelt niet aan als subjectief, maar als objectief. Het heeft voor de verwerking van een herlevend verleden geen zin om verstandelijk verbanden te leggen die voor je gevoel alleen maar een hypothese zijn. Zolang er geen herkenning plaatsvindt, geen gevoelsmatig inzicht ontstaat, blijft het verleden op afstand. Het zal dan onveranderd doorwerken in het heden. 

 

De moeilijkheid van het vinden van het verband met het verleden

Verschillende factoren kunnen het bemoeilijken om bij opspelende oude lading de samenhang in het heden in het oog te krijgen. Zo kan een beladen gedachte bij jezelf nieuwe gedachten of gevoelens oproepen die gekeerd zijn tegen die beladen gedachte. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de betreffende beladen gedachte niet rationeel verklaarbaar lijkt te zijn. Iemand kan dan gaan verwerpen wat hij denkt of voelt, omdat het niet logisch lijkt. Daardoor kan het moeilijk zijn om je toch te bijven concentreren op de samenhangen in het heden. Dat kan b.v. beschamend voelen en dat kan hinderen. Bijvoorbeeld reageert iemand opmerkelijk boos op een een ander. Hij beseft rationeel dat hij deze persoon in feite weinig kan verwijten. Hierdoor krijgt hij de neiging om de verwijten en boosheid die hij hij voelt, weg te drukken. Hij wordt zelfs boos op zichzelf vanwege zijn ‘irrationele boosheid’ jegens de ander. Zo wordt het echter moeilijk om in beeld te krijgen wat het precies is aan de ander, dat hem zo boos heeft gemaakt. Terwijl dat van het grootste belang is om verder te komen. De gedachte kan dan helpen dat een beleving die irrationeel lijkt binnen het heden, waarschijnlijk toch rationeel te begrijpen is in samenhang met het verleden. Het lijkt b.v. misschien niet rationeel om voor een klein hondje erg bang te zijn. In het licht van een ervaring uit het verleden waarbij iemand gebeten werd door een grote hond, kan het echter toch rationeel en goed te begrijpen zijn dat iemand daar angst voor alle honden aan heeft overgehouden. 

Ook kan je onderzoek naar samenhangen stagneren door het zelfverwijt dat je beladen gedachten of gevoelens een ander onrecht aandoen; dat je het niet kan maken om de betreffende beladen gedachte te denken. Iemand vertelde eens dat ze het erg moeilijk had gehad met haar moeder. Ze meende echter dat haar moeder een nog veel moeilijker leven had gehad dan zijzelf. Hierdoor vond ze het moeilijk om haar heftige boze gevoelens tegenover haar moeder te respecteren. Ze gaf haar moeder bij de begroeting steeds een zo vriendelijk mogelijke knuffel, ook al vond ze dat ergens vreselijk. Ze sprak zichzelf dan streng toe, dat ze het verleden toch eens achter zich moest laten en niet zo onaardig moest doen. Wat het was in het nu dat haar zo boos maakte, was daardoor voor haar moeilijk om na te gaan.

Misschien het moeilijkst te vinden is het verband te vinden tussen wat je beleeft als een onderdeel van je identiteit en vroegere ervaringen anderzijds. Het kan lijken alsof je identiteit oorzaak is van je ervaringen. “Doordat ik het gevoel heb een sufferd te zijn, gedraag ik me ook zo en geef ik anderen het gevoel dat ik dat ook echt ben”. Zo werkt het ten dele ook inderdaad. Echter, voor zover je je identiteit als beladen beleeft (“ik ben een sufferd”), zal bij nadere beschouwing blijken dat dit deel van je identiteit eenvoudig een spontane reactie is geweest op eerdere ervaringen. Ook al lijk je dit te zijn, er is toch wel degelijk een samenhang met je verleden. Je bent dit beladen deel van jezelf niet echt, dat lijkt maar zo. Er is sprake van een ‘vals zelf’ en eerdere ervaringen liggen hier aan ten grondslag. Dit valse zelf is niet alleen een oorzaak voor verdere misere, maar ook een gevolg van eerdere misere. Zolang je een vals-zelf uitsluitend ervaart als een oorzaak en niet ook als een gevolg, zal je de verbanden verkeerd leggen. Iemand beleeft het bijvoorbeeld als zijn morele plicht om er te zijn voor zijn moeder wanneer zij het moeilijk heeft. Zijn gevoel van niet anders te kunnen drijft hem hiertoe. Hij zou willen dat zijn leven anders was, maar nu kan hij niet anders. Hij ziet zijn leven als een uitvloeisel van zijn identiteit als helper. Totdat hij zich realiseert dat zijn gevoel van identiteit en manier van doen in feite niets anders zijn dan een spontaan gevolg van het indringende appèl dat ooit uitging van zijn moeder van zijn moeder. Haar gedrag wekte iets bij hem, wat hij sindsdien heeft uitgeleefd. Nu hij het verband ziet, kan hij zich gaan verhouden tot haar gedrag enerzijds en wat dit met hem deed anderzijds. Hij ontdekt misschien dat hij helemaal geen helper hoeft te zijn van zichzelf en dat zijn moeder geen appèl op hem had hoeven doen wat hem betreft.

 

Beleven wat van nu is en wat van toen

Het maakt uit of je kan beseffen dat wat je beleeft in feite niet van nu is, maar daarentegen iets ouds. Je kan gegrepen zijn door een bepaalde gedachte of gevoel, totdat tot je doordringt dat deze meer met iets of iemand uit je verleden te maken heeft dan met het heden. Wanneer je dan ook nog kan inzien waar in het verleden deze oude lading vandaan komt en ook thuis hoort, dan kan deze gaan loslaten van het hier-en-nu. De lading die je aanvankelijk aan het heden beleefde, kan dan wegvloeien naar waar deze thuishoort: het verleden. Niet dat daardoor deze oude gedachten en gevoelens hun lading verliezen. Ze hinderen echter niet meer zozeer het heden. Het heden komt enigszins los te staan van deze lading. Je ervaringen in het heden zullen in een nieuw daglicht komen te staan. Een voorbeeld. Een man voelde zich steeds hevig door zijn vrouw aangevallen, zodra ze hem bekritiseerde. Hij reageerde dan direct met een heftige tegenaanval. Zij had ook schuld en niet alleen hij, zo meende hij fel. Hij kon niet rustig overwegen of ze misschien gelijk had. Tot hem duidelijk werd dat hij net zo reageerde als zijn vader. Deze had ook altijd zijn meningen als absolute waarheden op het onredelijke af verdedigd. Daar had hij als zoon veel last van gehad in zijn jeugd. De schellen vielen hem van de ogen en toenadering tot zijn vrouw werd meer mogelijk. Wat ze hem te zeggen had, was nog steeds moeilijk voor hem om te verteren. Het lukte hem echter nu beter om te luisteren naar wat ze hem te zeggen had. 

Nog een voorbeeld. Een vrouw vertelde hoe ze zich in een vrolijk gezelschap eens overrompeld voelde door alle plezier dat de anderen maakten. Ze raakte in zichzelf gekeerd, mokkend over de lawaaierigheid van de anderen. Dit overkwam haar min of meer, ze snapte niet wat er met haar gebeurde. Na een tijdje realiseerde ze zich dat ze dit gevoel ook altijd had bij haar moeder die voor haar gevoel alle ruimte innam in haar bijzijn en haar overstemde. Door dit inzicht kon ze het gezelschap waarin ze zich nu in bevond met andere ogen bekijken. Ze realiseerde zich dat deze mensen er helemaal niet op uit waren haar te overstemmen, wellicht anders dan haar moeder. Tot haar opluchting kon ze zich dankzij dit inzicht vrijer dan voorheen mengen in het gezelschap.

Zodra het lukt om oude lading enigszins los te maken van het heden, kan je deze ook intensiever gaan beleven als onderdeel van het verleden waar hij thuis hoort. Het is dan de kunst om dit beladen deel van je verleden te kunnen herbeleven, met behoud van contact met het heden. Pas dan wordt het ook mogelijk om de lading die indertijd is ontstaan, ook werkelijk op te lossen. Juist door in het verleden te gaan staan, met behoud van contact met het heden, kan je je ervaringen van toen verwerken, net zoals je steeds je ervaringen van nu kan verwerken. Meer hierover vind je in het hoofdstuk over leven in het nu met je verleden achter je.