Je distantiëren van jezelf, je relateren tot jezelf en je omgeving en je identificeren met wat je belangrijk vindt zijn de drie grote bewegingen die je kan maken van – en naar jezelf en anderen. Vanuit distantie kan je naar jezelf kijken; je kan vanuit die distantie evenwel je ook relateren oftewel je verhouden tot jezelf en anderen; en tenslotte kan je je identificeren met wie je zelf wilt zijn en kiezen voor richting en voor wat jij van waarde acht. Op dit laatste wordt nader ingegaan in dit hoofdstuk.
Iedereen ervaart permanent drijfveren die hem dan weer deze – en dan weer die kant opdrijven. Ook al duwt een drijfveer je voort, je kan je ook ertoe overgaan om een vrije keuze te maken voor iets anders, voor wat je belangrijk vindt. Een verlangen naar wat je werkelijk wil, naar vrijheid kan je daartoe aanzetten. Je komt dan in een conflict te staan tussen je drijfveren en je waarden. Je bent gesteld voor een dilemma.
Onder een dilemma kan je verstaan de situatie waarin je aarzelt of je zal toegeven aan een drang ergens toe of dat je gaat kiezen voor iets wat je belangrijker vindt.
In het dagelijks leven loopt iedereen voortdurend aan tegen dilemma’s. Dilemma’s kan je ervaren op elk gebied. Bijvoorbeeld, iemand wil net een lekkere snack pakken en opeten, maar bedenkt zich dan dat hij eigenlijk wilde afvallen. Een ander heeft er genoeg van om elke dag met zijn moeder te bellen, maar ziet er nogal tegen op om haar dit duidelijk te maken. Weer een ander voelt zich beledigd door een ander, maar ziet ook dat hij het niet zo bedoelde. Waar zal hij voorrang aan geven, aan zijn gevoel beledigd te zijn of zijn begrip?
Dilemma’s vragen om een keuze: Geef je toe aan een drijfveer of richt je je op wat van waarde is?
Over drijfveren en waarden als de elementen van dilemma’s
Een drang of drijfveer ergens toe overkomt je. Je kan niet kiezen voor een bepaalde drang. Het is evenmin mogelijk een drijfveer uit jezelf te verwijderen. Een drijfveer wordt eenvoudig opgeroepen door iets in je omgeving en zakt ook weer weg na verloop van tijd. Net als gedachten komen drijfveren voortdurend bij je op. Wie bijvoorbeeld al een tijdje niet gegeten heeft, zal vanzelf honger voelen en de drang om iets te gaan eten. Een drijfveer is gericht op je eigen belang. Dankzij je vermogen honger te voelen, blijf je goed gevoed. De manier waarop je een drijfveer uitleeft hoeft echter niet steeds in je eigen belang te zijn. Wie bijvoorbeeld vlak voor het avondeten zijn honger stilt met snacks, krijgt daar waarschijnlijk spijt van. Daar komt bij dat niet alle drijfveren die in je omgaan in eigen belang zijn. Hongerig gedreven worden naar voedsel is wat anders dan toegeven aan je zin in snoep.
Je kan in eerste instantie alleen maar toegeven aan – of je verzetten tegen een drang ergens toe. Het uitleven van een drang tot bepaald gedrag is in wezen inflexibel en voelt ook onvrij. Zodra het lukt om begripvol te kijken naar jezelf, naar je drijfveren en naar wat je eigenlijk aan het doen bent, ontstaat een nieuwe situatie. Zodra je je gedrag begripvol doorziet, word je je ook bewust van de mogelijkheid om voor iets anders te kiezen.
Het is altijd mogelijk om gedrag te begrijpen als voortkomend uit invoelbare drijfveren en als samenhangend met de omgeving. In de psychologie wordt dit begripvol en onbevangen kijken naar gedrag ook wel mentaliseren genoemd. Ook als je dan nog niet direct weet wat je voor je gedrag in de plaats wilt laten komen, kan mentaliseren eraan bijdragen dat je los komt van een bepaalde drijfveer.
Een soort buitencategorie van drijfveren wordt gevormd door waarden. In tegenstelling tot een gewone drang overkomt een waarde je niet. Een waarde stel je zelf vast en kies je. Een waarde is in feite een helder idee over wat je belangrijk vindt, over de richting die je wilt inslaan. Het kan een waarde zijn om gezond te leven, of om verantwoordelijkheid te nemen, of om tevreden te zijn met wat je hebt. Elke nieuwe situatie stelt je voor de vraag welke kant je op wil en hoe je dat kan doen. Dat is niet een koel en abstract gebeuren. Zodra je je in een bepaalde situatie beseft wat je wil verwerkelijken, is dat iets wat je met liefde wil uitvoeren. Wat je dan doet of laat, doe je of laat je omdat je dat graag wil; omdat je zo wil zijn. Ook al voel je daar weerstand bij of kost dat moeite. Bijvoorbeeld: “Ik zou nu vals kunnen gaan roddelen, maar ik doe het niet, ik wil integer blijven.”
Dit ligt anders bij gedrag dat voortkomt uit een gewone drijfveer. In dat geval is wat je doet op zichzelf niet het bevredigende. Wat je doet is gericht op het creëren van lust of omstandigheden die lust zullen brengen. Zoals snoepen; of tot laat doorwerken omdat je verwacht dat je daardoor in aanzien zal stijgen.
Het geeft een diepe bevrediging om vrij te kiezen voor wat je belangrijk vindt en te verwerkelijken wat je waardevol vindt. Ook al roept de keuze voor wat je belangrijk vindt vrijwel per definitie weerstand op. Wie bijvoorbeeld wil kiezen voor gezond gedrag zal misschien een tijdlang hevig verlangen naar het snoepgoed dat hij voortaan niet of minder neemt. Iemand besloot minder tijd te gaan besteden aan zijn werk, maar was vervolgens een tijdlang angstig voor kritiek van zijn collega’s.
De keuze voor een waarde kan moeilijk zijn. Dit in tegenstelling tot een drijfveer waar je aan toegeeft. Dat is makkelijk, ook als je je bewust bent van eventuele negatieve consequenties, of van een andere richting waarvoor je zou willen kiezen. Een drijfveer leeft zich als het ware in jou uit, in een waarde zal je je zelf moeten inleven. Handelen vanuit een bepaalde drijfveer waaraan je je overgeeft is onvrij, voor jezelf en voor anderen. Gemotiveerd handelen naar wat je belangrijk en waardevol vindt is vrij en laat ook een ander vrij.
In dezelfde omstandigheden kunnen mensen elk een totaal verschillende aandrang tot gedrag ervaren. Dat geldt evenzo voor de waarden die je tegenover je drijfveren wil stellen. Welke drijfveren je wilt pareren en welke andere richtingen je wilt inslaan, kan niemand voor jou vaststellen. Wat je dilemma is, kan je dan ook uiteindelijk alleen zelf bepalen. Tijdens een feestelijk etentje kan de één voor het dilemma komen te staan om niet krampachtig vast te houden aan het principe van gezond en met mate eten. Een ander kan daarentegen juist moeite hebben om zich in te houden en niet veel te uitbundig te gaan eten en drinken.
Dilemma’s versus praktische problemen
Een dilemma dat niet wordt opgelost, verdwijnt doorgaans niet vanzelf uit je leven, maar blijft zich voordoen. Tenslotte zal een bepaalde drang ergens toe, ook wanneer deze is weggezakt in nieuwe omstandigheden, toch blijven sluimeren. Steeds opnieuw zal zo’n neiging opgeroepen kunnen worden in situaties. Als een drijfveer problematisch is, zal je dus telkens weer jezelf geplaatst zien voor hetzelfde dilemma. Tot je de betreffende drang hebt weten te beteugelen en voor een andere richting hebt gekozen. Ook dan nog zal je waakzaam moeten blijven om je koers te houden. Een bepaalde drijfveer is meestal niet in één keer overwonnen. Hardnekkig kan keer op keer een ongewenste aandrang ergens toe de kop op steken. Toch is elke overwinning een stap in de goede richting. Een drang op enig moment te overwinnen en je te gedragen naar wat je zinvoller vindt, kan voelen als een druppel op een gloeiende plaat. Als het bij die ene keer blijft, is dat misschien inderdaad zo. Maar wie keer op keer zichzelf weet te overwinnen, zal uiteindelijk steeds gemakkelijker komen waar hij wil zijn.
Het oplossen van een dilemma begint met de bewustwording ervan. Het hoeft bepaald niet meteen duidelijk te zijn dat je voor een dilemma staat. In eerste instantie kan iemand zich vooral gehinderd voelen door een probleem waar hij geen goede oplossing voor kan vinden. Bijvoorbeeld heeft iemand op zijn werk overmatig veel taken en vindt dat niet prettig. Hij lost het op door over te werken. Dat houdt hij echter na een tijd steeds minder goed vol. Het lukt niet om taken kwijt te raken, bijvoorbeeld door te praten met collega’s en met zijn baas. Hij komt na verloop van tijd tot de conclusie dat er geen oplossing is die hij eenvoudig kan uitvoeren om het probleem uit de wereld te helpen. Hij realiseert zich dat hij niet zozeer voor een praktisch probleem staat, maar voor een dilemma.
Het is de kunst om bij een probleem te bepalen of een praktische oplossing volstaat of dat een keuze nodig is. Het is dan de vraag of je te maken hebt met een praktisch probleem of met een moreel dilemma. Er is sprake van een dilemma wanneer je voor een probleem staat dat zich niet praktisch laat oplossen. Of een probleem in voldoende mate praktisch kan worden opgelost, kan je alleen zelf vaststellen. Het kan lijken dat een praktische oplossing volstaat, zonder dat een keuze nodig is. Je kan echter soms na verloop van tijd concluderen dat voor een bepaald probleem praktische oplossingen niet werken. Niet zozeer omdat je de goede oplossing nog niet hebt gevonden, maar omdat er geen werkelijke praktische oplossing is. Zo kan je ervaring je leren dat je niet zozeer voor een praktisch probleem staat, maar voor een moreel dilemma. Het besef kan dan dagen dat de enige echte oplossing dan nog het maken van een keuze is.
Psychogebabbel en de vermijding van keuzes
Het kan verleidelijk zijn om te proberen om een dilemma op te lossen alsof het slechts een praktisch probleem betreft. Een praktische oplossing kan veel aantrekkelijker lijken dan een keuze voor wat je belangrijk vindt. Echter, wie een dilemma praktisch probeert op te lossen veroordeelt zichzelf ertoe eindeloos te blijven nadenken en praten over oorzaken en oplossingen. Je verliest daarbij contact met jezelf en met je waarden. Wat je belangrijk vindt verdwijnt naar de achtergrond. Tegen beter weten in blijven nadenken en praten over een dilemma als ware het een praktisch op te lossen probleem heeft dan ook een typisch karakter. Je komt teveel in je hoofd te zitten. Je kan in een eindeloze herhaling van zetten proberen het probleem te doordenken in je eigen gedachtewereldje. Zo’n binnenwereldje lijkt reëel, maar staat toch los van de werkelijke buitenwereld. Zo te denken en te praten kan je psychogebabbel noemen. Het lijkt dan alsof je zinvol over je probleem nadenkt met je gevoel erbij, maar het kan niet tot iets leiden. Alle mogelijke schijnbaar pragmatische oplossingen kunnen worden bedacht en uitgeprobeerd. Doorgaans echter leiden rationele analyses van emotioneel beladen problemen tot onbevredigende oplossingen. Deze werken bovendien alleen op de korte termijn. Het probleem blijft zich dan steeds weer voordoen en wordt ook na verloop van tijd steeds groter. Weliswaar heb je in het algemeen een tijdlang nog wel enige speelruimte voordat een echte keuze dringend noodzakelijk is geworden. In het voorbeeld van teveel taken op je werk, kan je bijvoorbeeld dit een hele tijd oplossen door simpelweg langer te gaan werken, voordat dit tot problemen leidt. Een ander voorbeeld: wie een slaapprobleem heeft kan dit een hele tijd oplossen met slaappillen of een glas alcohol ‘s avonds. In de loop van de tijd echter kan het probleem zich gaan verdiepen en verliezen de gehanteerde ‘praktische’ oplossingen niet alleen hun werking. Ze kunnen bovendien een nieuw probleem gaan vormen.
Psychogebabbel houdt de emotionele lading van het probleem op afstand. Het maakt dat je gevoelsmatig niet helemaal betrokken bent. Je praat over een emotioneel probleem zoals je praat over een praktisch probleem. Daardoor blijft het een beetje vlak. Dingen kunnen wel van de andere kant worden bekeken, maar zonder dat dit tot een nieuw perspectief leidt. Nieuwe informatie leidt ook niet tot een nieuwe kijk op de dingen. Het blijft bij een ronddraaien in dezelfde cirkel. Een echte keuze waarmee je er uit kan komen, wordt niet gemaakt. Misschien wordt een echte keuze niet eens als mogelijk ervaren. Steeds opnieuw worden alleen maar praktische oplossingen overwogen waar je zelf emotioneel buiten kan blijven staan. Als je zo’n oplossing uitprobeert blijkt steeds opnieuw dat dit niet tot een doorbraak leidt. Zulk uitproberen is ook meer een poging om van je probleem verlost te raken, dan om het werkelijk op te lossen. Uiteindelijk kom je zodoende steeds weer op hetzelfde punt uit.
Aan psychobabbelen ligt steeds een dilemma ten grondslag waaraan bewust of onbewust over heen wordt gepraat. Doorgaans wordt dat dilemma niet direct herkend. In dat geval zal iemand slechts een min of meer vervelend probleem ervaren dat hij maar niet weet op te lossen. Over onoplosbare problemen kan je eindeloos blijven psychobabbelen. Schijnbaar praktische problemen waar echter een dilemma aan ten grondslag ligt, lossen tenslotte niet vanzelf op.
Met psychobabbelen vermijd je, bewust of onbewust, het om keuzes te maken. Het is ieders eigen verantwoordelijkheid om zich te realiseren dat hij voor een dilemma staat dat alleen kan worden opgelost door een keuze te maken voor wat je belangrijk vindt.
Het hopeloze psychogebabbel van een ander kan de neiging bij je oproepen om verantwoordelijkheid te nemen voor andermans probleem. Een probleem dat om een keuze vraagt, kan je echter niet voor een ander oplossen. Je kan geen keuze maken voor een ander. De kans is groot dat je zelf ook zal gaan psychobabbelen en uiteindelijk je betrokkenheid bij de ander verliest.
Dilemma’s komen in ieders leven voor. Het is niet altijd makkelijk om de verantwoordelijkheid voor een dilemma bij een ander te laten. Het is niet prettig om een ander te zien worstelen. Het kan pijnlijk zijn om te moeten toekijken en afwachten of de ander een keuze maakt; en niet te proberen het probleem voor hem op te lossen. Zelfs als de ander niet kiest en het probleem blijft bestaan en verergert.
Afwachten wat een ander gaat doen in zo’n situatie is een daad van vertrouwen. Afwachten maakt het ook mogelijk om je compassie te bewaren met de ander en zijn dilemma. Zodra je vervalt in meedoen met psychobabbelen raak je op den duur verveeld of geïrriteerd. Compassie maakt dan plaats voor ergernis of medelijden. Daar schiet niemand wat mee op.
De toestand van creatieve hopeloosheid
De vaststelling van de hopeloosheid van je pogingen om je probleem op te lossen kan het aanvaardbaar voor je maken om te gaan stoppen met al die pogingen die toch tot niets zullen leiden. Daarmee is het probleem nog niet opgelost, integendeel. Maar je verliest geen tijd en energie meer aan oplossingen die toch niet werken. Dat is al winst, ook al ben je nog niet waar je wilt zijn. Deze toestand, waarin je nalaat wat niet werkt, maar nog niet weet hoe nu verder te gaan, wordt in de psychologie ook wel creatieve hopeloosheid genoemd. Het is een tussenfase die iedereen korter of langer doormaakt, wanneer hij zich realiseert dat hij voor een dilemma staat.
Het moeilijke van kiezen
Het is altijd mogelijk om uit een schijnbaar onoplosbaar probleem te komen. Dat vraagt echter om een keuze voor wat je belangrijk vindt. Zo’n keuze voor wat van waarde is heeft echter steevast consequenties waar je in eerste instantie voor kan terugdeinzen. Wie bijvoorbeeld overweegt om minder te gaan overwerken, zal misschien het onprettige gevoel krijgen te hebben gefaald in zijn werk. Een ander wil bijvoorbeeld minder gaan snoepen, maar zal het genot gaan missen en de aandrang voelen om toch wat te nemen. Weer een ander voorziet dat sommige mensen zijn keuze niet zullen waarderen. Allerlei onprettige gedachten en gevoelens kunnen je ervan weerhouden om te kiezen voor wat je eigenlijk wil. Het kan moeilijk zijn om goed om te gaan met zulke innerlijke weerstanden. De mogelijkheid om een keuze te kunnen maken voor wat je belangrijk vindt, voelt dus in de praktijk doorgaans niet als louter iets plezierigs.
Het is daarbij ook niet altijd gelijk duidelijk wat je eigenlijk wil en wat het beste is om te doen in zo’n onoplosbare situatie. En als je dat ergens wel weet, dan kan het aantrekkelijke van de richting die je verkiest, overstemd worden door de gedachte aan de onprettige consequenties ervan. In eerste instantie kan het dan ook voelen als kiezen tussen twee kwaden: Doorgaan op de heilloze weg van onbevredigende oplossingen, of de pijnlijke consequenties over jezelf afroepen van wat weliswaar het beste is. Zo’n dilemma is in eerste instantie niet fijn om te ervaren, soms zelfs ronduit emotionerend. Het kan de neiging oproepen om te proberen weg te komen van je dilemma. Maar een dilemma gaat niet van jou weg. Tenslotte zijn dilemma’s ten diepste met jezelf verbonden.
Het is belangrijk om je emotioneel evenwicht te hervinden wanneer je jezelf aantreft op zo’n kruispunt van wegen. Dat helpt om beter in staat te raken tot een afweging te komen hoe je dit dilemma zal oplossen. De verschillende aspecten van emotioneel evenwicht zoals besproken in dit boek, zijn ook nu van toepassing. Zoals jezelf kunnen zien staan voor een dilemma en je daartoe te kunnen verhouden. Bijvoorbeeld door begripvol te beseffen dat je voor een dilemma staat waar je ook niet om hebt gevraagd.
Om tot een een keuze te kunnen komen is het belangrijk om stil te staan bij alle aspecten van je dilemma. Het is onder meer van belang om in te zien wat de drijfveer is achter je gedrag dat tot dit dilemma heeft geleid. Werk je bijvoorbeeld over omdat je niet nee durft te zeggen tegen je baas, of omdat je wil laten zien wat je kan, of om een andere reden? Ben je vaak aan het snoepen, zodat je je even prettig kan voelen en je boosheid of verdriet kan vergeten? Het is essentieel om compassie op te brengen voor je eigen gedrag en je drijfveren. Daarnaast is het zaak om stil te staan bij de weerstand die de keuze voor wat je eigenlijk wil met zich meebrengt. Zulke innerlijke weerstand kan in eerste instantie onoverkomelijk lijken. Misschien is het ook wel werkelijk onoverkomelijk voor je, maar misschien ook niet. Dat kan je alleen zelf bepalen. Hoe dan ook is het mogelijk vrije speelruimte te ontwikkelen door bij je dilemma stil te staan.
Soms is een keuze snel gemaakt, soms duurt het langer voordat je zo ver bent. Dat is niet goed te voorspellen en zal moeten blijken.
Je omstandigheden bij het maken van een keuze
Er is sprake van persoonlijke ontwikkeling zodra je een moment van geleefd worden door een onvrije drijfveer, weet om te zetten in leven naar wat je van belang acht. Dat gaat niet zonder inspanning. Het hangt uiteindelijk van jezelf af of het lukt om een keuze te maken, maar je omstandigheden kunnen ook doorslaggevend zijn. Ze kunnen meewerken, maar ook hinderen. Er zijn altijd wel omstandigheden denkbaar, waarin je het niet meer kan opbrengen om je lijn te blijven volgen. Wil je slagen in de oplossing van je dilemma’s, dan is het steeds nodig om in te schatten in hoeverre je daartoe ook werkelijk in staat bent gegeven de omstandigheden. Dat geeft ook de mogelijkheid je strategie te bepalen en zo nodig tijdig je omstandigheden aan te passen.
Bijvoorbeeld weet je dat je in het contact met een bepaald persoon niet lang bij jezelf zal kunnen blijven, wanneer deze op je in begint te praten. Je voorziet dat je standpunten en voornemens zullen afbrokkelen en oude gevoelens en zelfbeelden het zullen overnemen. Als je met jezelf in je eigen ruimte bent of met een vertrouwenspersoon in de buurt, houd je je staande. Maar zodra die ene bepaalde persoon in je buurt komt, wordt het moeilijk. Hij dringt bijvoorbeeld zijn visie over jou aan je op; zegt je dat je je zou moeten schamen, omdat je met je gedrag veel verdriet veroorzaakt bij anderen. Het zou kunnen dat je al van te voren beseft dat je in zo’n gesprek slechts een korte tijd bij jezelf kan blijven; dat je niet heel lang wat hij zegt op afstand kan houden en hem van repliek kan blijven dienen. Wanneer je echter tevoren al hebt ingeschat dat het zo zal gaan, kan je hier rekening mee houden. Als het zo is dat die persoon je na 5 minuten praten wel om heeft, zal je dus binnen 5 minuten iets ondernomen moeten hebben om dat te voorkomen. Bijvoorbeeld door het gesprek op tijd af te breken en weg te gaan. Misschien is het zo dat je enigszins ertoe in staat bent om die persoon te weerstaan op neutraal terrein, maar niet in zijn huis. Dan is het dus zaak om op de juiste plaats af te spreken.
Een vergelijkbaar probleem kan zijn dat je gestopt bent met roken, maar in gezelschap na een tijdje toch weer gaat meedoen. Het komt er ook in zo’n situatie op aan in te schatten in hoeverre je je gekozen richting kan volhouden; en wat je te doen staat om je voornemen op een gegeven moment in bescherming te gaan nemen.
Zo zijn er steeds omstandigheden die gunstig zijn om je keuze vol te houden en andere omstigheden die dat zullen belemmeren of zelfs geheel kansloos maken. Regeren is vooruit zien.
Niet alleen je omgeving speelt een rol bij het al dan niet verwerkelijken van je voornemens, maar ook je eigen toestand. Soms voel je je goed en kan je veel aan, maar ook kan je eigen toestand een belemmering vormen. Je mentale of fysieke toestand is niet steeds dezelfde. Wanneer je in een verzwakte toestand bent geraakt kan het onhaalbaar blijken om een gemaakte keuze vol te houden. Zo kan je je ’s ochtends goed en sterk voelen en precies weten welke kant je op wil. Echter, dit kan onhaalbaar blijken te zijn zodra het avond is geworden en je inmiddels moe bent. Zo weet je misschien ’s ochtends nog dat je voorlopig niet meer wil snaaien uit je koelkast. Het lukt in de loop van de dag nog uitstekend om dit te laten. Eenmaal avond geworden blijk je hier niet meer zo achter te staan. Je eigen toestand vormt dan in feite een omstandigheid om mee rekening te houden, wil je slagen in je opzet.
Een realistische inschatting van je vermogen om in een specifieke situatie bij je keuze te blijven kan je steeds maken. Je ervaring kan je leren in hoeverre je ertoe in staat bent te realiseren wat je wilt. Een conclusie kan zijn dat een bepaald moment moeilijk zal worden, maar dat het erin zit dat je zal vasthouden aan je besluit; dat je achteraf zal kunnen concluderen dat je je dilemma voor dat moment hebt opgelost. Het kan echter ook je inschatting zijn dat je een bepaalde beproeving niet goed zal weten te doorstaan; dat het (weer) mis zal gaan. In dat geval kan het ook een optie zijn om het dilemma te vermijden door het jezelf onmogelijk te maken om de drijfveer uit te leven waar je niet achter staat.
Wie bijvoorbeeld ’s ochtends al weet dat hij zich ’s avonds niet zal weten in te houden met de zak chips in de kast, kan er voor kiezen deze zak weg te doen. Ook al zou hij liever ertoe in staat zijn om bij zijn voornemens te blijven mèt een zak chips in huis. Wie beseft dat hij na een bepaalde tijd in de avond alles eet of drinkt wat er maar in huis is, kan er voor kiezen voor die tijd in bed te gaan liggen. Ook al is dat ongewoon vroeg op de avond. Of hij kan zijn partner vragen hem te stoppen als het hem zelf niet meer lukt. Al zou hij het liever zelf kunnen opbrengen. Nog een laatste voorbeeld in dit verband: Iemand kan weliswaar beseffen dat hij steeds te lang doorwerkt achter zijn computer, maar puntje bij paaltje niet op tijd stoppen. Om dan toch een oplossing te forceren, kan hij een automatisch slot op de computer zetten, waardoor deze automatisch uitschakelt.
Een dilemma dat je op deze manier uit de weg gaat, wordt niet opgelost en zal altijd opnieuw zich kunnen manifesteren. Toch kan het zinvol zijn om tijdelijk een keuze uit te stellen. Je kan bijvoorbeeld een deel van een verslaving oplossen door een tijdlang uit de weg te gaan wat je begeert. Je lichaam raakt dan de vervulling van de begeerte ontwend. Op termijn lukt het daardoor hopelijk beter om op eigen kracht ervan af te blijven. Door je dilemma tijdelijk te vermijden kan je soms ook tijd winnen, waardoor je je er beter op kan voorbereiden om in de toekomst beter in staat te raken bij je keuzes te blijven.
Soms echter lukt het sowieso niet om een keuze te maken, ook al zijn je
omstandigheden of je toestand daarvoor optimaal. Je kan misschien ergens wel beseffen wat het beste zou zijn, maar ook beseffen dat je er helemaal niet toe in staat bent. Niet binnen afzienbare termijn in elk geval. In dat geval is er in feite sprake van een ander dilemma dan je misschien aanvankelijk dacht. Het gaat er niet meer om of je een keuze gaat maken voor wat je wil, maar of je je onvermogen daartoe kan accepteren. Zal je je onvermogen erkennen en als uitgangspunt zal nemen, of blijf je proberen te bereiken wat in feite niet bereikbaar is voor jou?
Een vader wordt bijvoorbeeld in een bepaalde periode zozeer door zijn werk in beslag genomen, dat hij tijdens het avondeten met zijn gezin de sfeer behoorlijk naar beneden haalt. Het helpt niet dat zijn echtgenote hem erop aanspreekt en dat hij zich goede voornemens maakt. Het lukt eenvoudig niet meer om zijn rol van vader en echtgenoot in te vullen zoals hij zou willen. Hij kan alleen nog maar afwezig en chagrijnig erbij zitten. Achteraf heeft hij spijt, maar de volgende dag is het hetzelfde liedje. Het kan dan moeilijk zijn om toe te geven dat het niet lukt en dat een andere oplossing beter is. Bijvoorbeeld om met zijn vrouw af te spreken dat ze de kinderen voorhouden dat hij tijdelijk ‘pas na het eten van zijn werk terugkomt’. Toch kan dat beter zijn, dan een tijdlang steeds opnieuw het avondeten verpesten.
Een ander voorbeeld. Een moeder is sterk gericht op haar gezondheid en die van haar gezin. Vader en de kinderen willen echter graag heel af en toe naar een snackbar. Zijzelf is hierop tegen. Ze beseft weliswaar ergens dat ze overdrijft met haar afkeuring van fastfood. Als kind heeft ze daar ook van kunnen genieten. Het lukt echter niet zich over haar huidige afkeer heen te zetten. Ze gaan uiteindelijk met z’n allen erheen. De moeder probeert zo min mogelijk te laten blijken van wat ze er eigenlijk van vindt. Maar het is voelbaar dat ze niet werkelijk kan en wil meedoen. Het lukt haar niet om zich hierover heen te zetten, ook al ziet ze in dat dat beter zou zijn. Ze zou zich kunnen afvragen of haar aanwezigheid in deze situatie wel zo’n goed idee is.
De keuze voor het permanent vermijden van een bepaald dilemma en voor het accepteren van je onvermogen is volwaardige oplossing. Bijvoorbeeld wanneer je besluit nooit meer een druppel alcohol te drinken, omdat je weet dat al het mis zal gaan na de eerstvolgende slok. Misschien zou iemand, die daartoe besluit, er liever toe in staat zijn gematigd te kunnen drinken. Echter, hij beseft dat dat er niet in zit voor hem. Met het afzweren van alcohol kiest hij in feite voor een beter leven. Ook in dit geval heb je je beperking tot uitgangspunt genomen en vervolgens in lijn met je waarden een keuze gemaakt. Richting kiezen gaat nu eenmaal niet zonder acceptatie van wat een gegeven is.
Iedereen heeft zo zijn eigen onvermogens, zijn eigen mogelijkheden en zijn eigen dilemma’s. Of er sprake is van een uitdaging om voor te kiezen of van een onvermogen om te accepteren, kan je alleen zelf uitmaken. Je bepaalt uiteindelijk altijd zelf wat haalbaar is en wat niet. Een ander kan niet je dilemma voor jou vaststellen, net zomin als hij het voor je kan oplossen. Ieder kan dat alleen voor zichzelf doen. Niemand is van die opgave gevrijwaard. Het kan helpen om er over te praten met een ander. Uiteindelijk evenwel heeft ieder individu een eigen verantwoordelijkheid zijn dilemma’s te onderkennen en op te lossen.
Als het niet lukt om vol overtuiging te kiezen voor een bepaalde richting, dan is het altijd nog mogelijk om te functioneren alsof dat wel zo is. Dit kan zelfs een onvermijdelijke eerste stap zijn om tot een uiteindelijke keuze te komen. Je kan jezelf ergens toe verplichten en dwingen, ook al lukt het je niet er werkelijk voor te voelen. Je bent dan misschien nog niet waar je zijn wil, maar je zit tenminste wel in de goede richting. Bijvoorbeeld kan een man niet geloven dat hij belangrijk is voor zijn vrouw en kinderen. Gedrag dat past bij zelfvertrouwen hierover, bijvoorbeeld initiatieven nemen en een leuke inbreng hebben, laat hij nauwelijks zien. Misschien zal hij zich nog een hele tijd terneergeslagen voelen over zichzelf en zijn belang voor de anderen niet kunnen beamen. Toch kan hij alvast beginnen te laten zien dat hij wel degelijk wil wat hij nog niet kan, namelijk voelen dat hij belangrijk is.
Dilemma’s en de dynamiek van het dagelijks leven
Het gewaarworden van een dilemma en het oplossen ervan is een dynamisch proces en is ingrijpend in allerlei opzichten. Aan een uiteindelijke keuze zal korter of langer durend een heel psychologisch proces vooraf gaan en dat kan tijd en inspanning kosten. Allerlei beladen gedachten en gevoelens kunnen opkomen en om aandacht vragen. De aanloop naar – en het maken van een keuze is bovendien nog maar de helft van het werk. De andere helft bestaat uit het verwerkelijken van waarvoor je hebt gekozen. Dat kan energie geven, maar ook kosten. Het is fijn als je merkt dat mensen positief reageren op wie je echt bent en wat je wil. Het kan echter ook veel van je vragen om dit door te zetten tegen alle weerstand in, die er altijd is. In je binnenwereld zal zich van alles verzetten tegen de nieuwe impuls die een keuze voor een waarde in feite is. In de buitenwereld zal daarbij waarschijnlijk niet iedereen positief op je keuze reageren. Het kan aangenaam, maar ook onaangenaam verrassen tot wie dan toenadering en tot wie enige verwijdering ontstaat. De kwaliteit van je interacties neemt evenwel toe naarmate je meer gaat leven naar wat je werkelijk belangrijk vindt.
Hoe herken je psychobabbelen?
Psychogebabbel vertoont een aantal vaste kenmerken. Je kan het onder meer herkennen aan het volgende:
- Iemand vertelt in wezen steeds opnieuw hetzelfde verhaal, draait een riedel af.
- Iemand blijft in kringetjes draaien over oorzaken en oplossingen, redenen waarom iemand iets doet, etc..
- Psychogebabbel is als een gebed zonder einde: Er komt geen einde aan en het leidt tot niets.
- Naarmate je langer blijft psychobabbelen wordt steeds onduidelijker waartoe je aan het psychobabbelen bent.
- Geprobeerd wordt een emotioneel beladen probleem te analyseren en op te lossen als een praktisch probleem.
- De eigenlijke emotionele lading wordt op afstand gehouden, niet werkelijk doorvoeld. De spanning blijft laag.
- Het kan moeilijk zijn om je aandacht bij het psychogebabbel van een ander te houden, ook als je betrokken bent bij die ander.
- Emoties die iemand uitdrukt vanuit psychogebabbel zijn sentimenteel, op zichzelf betrokken. Dergelijke emoties kunnen een ander verrassend vlak laten.
- Het eindeloze getob van de ander ertoe leiden dat je de neiging krijgt om de verantwoordelijkheid over te nemen.
Checklist ‘ben ik aan het psychobabbelen’?
Kies een situatie die je als een probleem ervaart, waar je herhaaldelijk over denkt of praat en die je misschien ook probeert op te lossen.
Doe je het volgende?
J/N – Je analyseert rationeel wat emotioneel is.
J/N – Je doet alsof een reden voor gedrag een oorzaak voor gedrag is.
J/N – Je komt er niet uit en blijft in een cirkel draaien.
J/N – Je spreekt op vlakke toon.
J/N – Je ervaart innerlijk afstand.
J/N – Je analyses emotioneren je.
J/N – Je emoties zijn sentimenteel en overmatig op jezelf betrokken.
J/N – Je tracht het probleem op te lossen met probeersels.
J/N – Je ervaart een keuze uit twee kwaden.
Oefening hoe klinkt het?
Deze oefening dient ter illustratie van het verschil tussen de toon van psychogebabbel versus de toon van iemand die praat terwijl hij in contact is met wat hij belangrijk vindt.
Praten vanuit contact met waarden:
Stel je iemand voor, bijvoorbeeld een collega of een buurman.
Bedenk wat je mooi en waardevol vind aan deze persoon.
Wat zou je op zijn grafsteen kunnen zetten?
Hoe zou je klinken als je hem dat zou vertellen?
Praten zonder contact met waarden:
Stel je iemand voor, bijvoorbeeld een collega of een buurman.
Bedenk eens een probleem waar deze persoon mogelijk mee zit.
Stel je voor dat hij begint te psychobabbelen over dit probleem.
Hoe zou je klinken als je met hem gaat meedoen met psychobabbelen?
Vergelijk nu het verschil tussen de toon van psychogebabbel en praten in contact met waarden.
Oefening wat komt er op je grafschrift?
Kies een dilemma dat je nog niet hebt weten op te lossen.
Als je om dit dilemma zou worden herinnerd, hoe zou dan de tekst op je grafschrift kunnen luiden?
Hoe kom ik tot de herkenning – en oplossing van een dilemma?
De vragen hieronder kunnen helpen om psychogebabbel te herkennen en meer te gaan ervaren wat je wil.
- Heb je een min of meer problematische situatie waar je tegen aanloopt?
- Heb je de neiging om je in deze situatie op een bepaalde manier uit te leven? Ben je bijvoorbeeld te zeer erop gericht om…
- te genieten?
- iets voor jezelf alleen te hebben?
- steeds meer van hetzelfde te willen?
- te mokken over wat je dwars zit?
- je anders voor te doen dan je werkelijk denkt of voelt?
- uit jaloezie een ander in woord of daad iets aan te doen?
- moedeloos bij de pakken neer te zitten?
- Laat dit gedrag zien hoe je wilt zijn?
- Werkt het om je zo uit te leven voor de korte termijn, maar juist niet voor de lange termijn?
- Analyseer je oorzaken van – en oplossingen voor dit probleem zonder dat dit tot iets leidt?
- Leert de ervaring je dat dit probleem niet eenvoudig de wereld uit kan worden geholpen?
- Verscherpt of verdiept dit probleem zich geleidelijk aan? Werkt de tijd in je nadeel?
- Ben je al gestopt met kansloze pogingen om dit probleem weg te werken? Voel je je ‘bewust onbekwaam’ en ben je in een toestand van ‘creatieve hopeloosheid’?
- Kan je jezelf met deze neiging zien staan in deze situatie? Kan je je verhouden tot jezelf zoals iemand zich tot jou zou verhouden die jou echt hielp?
- Is er m.b.t. dit probleem een keuze denkbaar die past bij hoe je wilt zijn, zoals…
- gezond leven
- verantwoordelijkheid nemen
- dankbaar zijn
- onverzettelijk blijven in een besluit
- oprecht blijven
- integer blijven
- jezelf motiveren met je waarden
- Kan je jezelf zien staan met je weerstand tegenover deze keuze? Kan je je verhouden tot jezelf, zoals iemand zich tot jou zou verhouden die jou echt hielp?
- Kan je tot een keuze komen en een concreet voornemen, die goed en helpend voelen?