Mentaliseren
Mentaliseren is vanaf eind jaren negentig van de vorige eeuw een belangrijk begrip geworden binnen de psychologie.
Gerichtheid op mentaliseren geldt toenemend binnen de psychologische literatuur als het gemeenschappelijk werkzame element in alle psychotherapeutische stromingen.
Mentaliseren kan worden omschreven als het vermogen om de samenhang te begrijpen tussen het gedrag dat een persoon vertoont, de belevingen zoals gedachten of gevoelens die hij daarbij innerlijk beleeft en de context waarbinnen hij zich bevindt.
Mentaliseren leidt tot duiding van gedrag in termen van gedachten, gevoelens, verlangens, wensen, et cetera.
Mentaliseren kan betrekking hebben op een ander of op jezelf. Je mentaliseert al als je iemand ziet fronsen en je je afvraagt waarom hij dat doet; of als je je realiseert wat je raakt in het verhaal van een ander; of als je je afvraagt waarom het verhaal van een ander je juist niet raakt.
Mentaliseren is een proces dat deels automatisch, deels gecontroleerd verloopt. Als het lukt om te blijven mentaliseren, ervaar je jezelf en de ander als het ware als doorzichtig, als enigszins beïnvloedbaar en voorspelbaar. Je voelt aansluiting bij de ander en zijn belevingswereld. Zodra mentaliseren daarentegen mislukt, raakt het beeld van jezelf of de ander vertroebeld. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer iemand sterk geëmotioneerd uitroept: ‘Ik heb jou wel door!’ Ook al lijkt het zo, de ander is dan niet meer werkelijk in beeld.
Het geeft voldoening wanneer het lukt om weer te mentaliseren. Bijvoorbeeld wanneer het in een bepaalde situatie lukt de stap te zetten van onbegrip naar begrip, of van vooringenomenheid naar onbevangenheid. In principe ben je steeds ofwel aan het mentaliseren, ofwel aan het non- mentaliseren. Een moment van mentaliseren is er een van flexibiliteit, een moment van non-mentaliseren is er een van rigiditeit. Steeds is de overgang mogelijk van non-mentaliseren naar mentaliseren en vice versa.
De beste stimulans om te blijven mentaliseren is de aanwezigheid van een ander die ook blijft mentaliseren. De aanwezigheid van iemand die dat niet meer lukt daarentegen hindert het eigen mentaliseren. Menselijk gezien kun je het beschouwen als de kunst om steeds opnieuw te proberen van non-mentaliseren te komen tot mentaliseren over jezelf of een ander. Voor een professional, b.v. een arts of een leraar, kun je dit als een ethische plicht beschouwen. Voor volwassenen voelt het als een natuurlijke verplichting t.o.v. kinderen om steeds opnieuw te proberen te blijven mentaliseren over hen en met hen.
Mentaliseren is iets wat iedereen doorlopend in meer of mindere mate doet. Steevast is dan ook de eerste reactie van psychologen bij hun kennismaking met het concept van mentaliseren: ‘Zo werk ik al.’ Een eerste stap in de ontwikkeling van je mentaliserend vermogen is de bewustwording van de momenten waarop je niet meer zo werkt. Het zegt wellicht genoeg dat bij wijze van ludieke eindtoets van de basiscursus over mentaliseren van Bateman en Fonagy het de opdracht is twee minuten onafgebroken te blijven mentaliseren in een rollenspel.
Mentaliseren Bevorderende Therapie
Mentaliseren werd eind jaren tachtig van de vorige eeuw geconceptualiseerd door de Engelse psycholoog prof.dr. Fonagy en psychiater prof.dr. Bateman. Onder meer toonden zij aan hoe het vermogen tot mentaliseren zich al ontwikkelt vanaf de vroegste kinderjaren. Daarbij werd verhelderd hoe deze ontwikkeling kan worden bevorderd, maar ook kan worden gestoord. Van centraal belang hierbij bleek te zijn in hoeverre de belangrijkste verzorgers, zoals de ouders, mentaliseren met het kind. Middels hun reacties, met andere woorden door hun ogen leert een kind zichzelf en anderen kennen en beïnvloeden. Uit onderzoek bleek de mate waarin met een kind wordt gementaliseerd in hoge mate te bepalen of een kind leert zich veilig of juist onveilig te hechten aan een ander. Bijvoorbeeld de ‘angstig en vermijdende’ hechtingsstijl hangt sterk samen met een beperkte mate van mentaliseren door de opvoeders. Hechtingsstijlen zijn patronen in de interacties die een individu aangaat. De hechtingsstijl blijkt weer sterk samen te hangen met de mate waarin iemand in de loop van zijn leven psychopathologie zal ontwikkelen. Het heeft bijvoorbeeld ernstige gevolgen wanneer met een kind niet goed genoeg wordt gementaliseerd, met name in een context van verwaarlozing en/of mishandeling. Niet weinig volwassenen met een borderline persoonlijkheidsstoornis zijn opgegroeid onder zulke omstandigheden. Triest genoeg kan bij hen op volwassen leeftijd juist mishandeling door een partner een gevoel van vertrouwdheid geven. Het is voor hen vrijwel onmogelijk om ontspannen te blijven in het contact met anderen. Allerlei heftige en tegenstrijdige gevoelens komen daarbij omhoog. Het wordt dan moeilijk om nog het gedrag van de ander op waarde te kunnen schatten en er passend op in te gaan. Bateman en Fonagy ontwikkelden hun ‘Mentaliseren Bevorderende Therapie’ (MBT) voor patiënten met borderline persoonlijkheidsstoornis.2 Aanvankelijk was de setting voor MBT uitsluitend een vijfdaagse dagbehandeling. Later bleek ook een ambulante setting toereikend. MBT wordt inmiddels gerekend tot de vier psychotherapieën die bewezen effectief zijn bij de behandeling van mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis. Kenmerkend voor MBT is de gerichtheid in alle facetten van de behandeling op het mentaliseren van patiënten en therapeuten. De MBT- therapeut probeert steeds opnieuw begripvol en onbevangen op de patiënt in te gaan; om gezamenlijk met de patiënt te onderzoeken hoe de dingen voor hem zijn en werken, om hem zijn hart te laten luchten, et cetera. MBT is geen eenvoudige behandeling. Inmiddels is duidelijk geworden dat gerichtheid op mentaliseren werkzaam is bij veel meer indicaties van psychotherapie. Bijvoorbeeld bij depressiviteit, onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten, ouderbegeleiding, et cetera. Sterker nog, in de wetenschappelijke literatuur blijft de evidentie toenemen dat gerichtheid op mentaliseren het gemeenschappelijke helpende element is bij alle scholen van psychotherapie.
———————————————————————————————————————–
Meer lezen?
Deze tekst is afkomstig uit het boek HOE WORD JE WIE JE BENT?
Je kan het bestellen via deze link.